De leerdoelen:
Je kunt de uitwerkingen van een kracht benoemen.
Je kunt verschillende soorten krachten herkennen.
Je kunt de werking en toepassing van verschillende soorten krachten beschrijven.
Je kunt drie onderdelen van een krachtpijl benoemen.
Je kunt de grootte van een kracht berekenen met een formule.
Je kunt een kracht tekenen door gebruik te maken van een formule.
De lesstof:
De leerdoelen:
Je kunt apparaten noemen waarmee je krachten kunt meten.
Je kunt een krachtmeter aflezen.
Je kunt berekeningen maken met massa en zwaartekracht.
De lesstof:
De leerdoelen:
Je kunt voorbeelden noemen van hefbomen.
Je kunt in een hefboom het draaipunt, de werkarm en de lastarm benoemen.
Je kunt uitleggen hoe een hefboom de kracht vergroot.
Je kunt de krachtvergroting berekenen van een hefboom.
Je kunt soorten hefbomen van elkaar onderscheiden.
De lesstof:
De leerdoelen:
Je kunt het verschil tussen een vaste katrol en een losse katrol beschrijven.
Je kunt vaste en losse katrollen herkennen in toepassingen.
Je kunt uitleggen hoe de kracht bij een takel wordt verminderd.
Je kunt berekenen hoeveel touw je bij een takel moet inhalen.
De lesstof:
De leerdoelen:
Je kunt beschrijven hoe de druk op een ondergrond verandert als de kracht van grootte verandert.
Je kunt beschrijven hoe de druk verandert op een ondergrond als de oppervlakte van grootte verandert.
Je kunt de druk berekenen van een voorwerp op een ondergrond.
De lesstof: